Een zwervend zwart gat van een miljoen zonmassa’s: In een sterrenstelsel op zo’n 600 miljoen lichtjaar afstand hebben astronomen iets zeldzaams ontdekt: een superzwaar zwart gat dat niet op de plek zit waar het zou moeten zijn. In plaats van netjes in het midden van zijn sterrenstelsel te rusten — zoals bijna alle bekende zwarte gaten van dit type — dwaalt dit kosmisch monster rond, alsof het uit het centrum is verstoten. En dat is voor het eerst dat we zoiets in zichtbaar licht hebben waargenomen.
De ontdekking begon met een zogeheten tidal disruption event, oftewel TDE. Dit gebeurt als een ster te dicht in de buurt van een zwart gat komt. De zwaartekracht is daar zo sterk dat de ster volledig wordt uit elkaar getrokken — een proces dat in de wetenschap ook wel ‘spaghettificatie’ wordt genoemd. Het gas van de ster wordt vervolgens verhit en gaat fel gloeien, waardoor het zichtbaar wordt met ruimte- en radiotelescopen.
Zo kwam het dat telescopen zoals Hubble, Chandra and the Very Large Array het signaal van deze gebeurtenis opmerkten. De bron van het licht bleek niet het grote, centrale zwarte gat van het sterrenstelsel te zijn (dat er trouwens wel degelijk zit), maar een tweede, kleinere reus van een miljoen zonsmassa’s — en die zat ruim 2.600 lichtjaar van het centrum vandaan. Dat is ontzettend dichtbij op kosmische schaal, maar nog steeds ver genoeg om op te vallen. In onze Melkweg zou dat ongeveer overeenkomen met de afstand van de Zon tot het centrum van ons stelsel.
Hoe komt een zwart gat daar terecht?
Dat is dé vraag die onderzoekers nu bezighoudt. Er zijn twee mogelijke verklaringen. De eerste is dat dit zwervende zwarte gat ooit het hart vormde van een kleiner sterrenstelsel dat is opgeslokt door het grotere sterrenstelsel waar het nu in zit. Het zwarte gat is dan als overblijfsel meegekomen en zwerft sindsdien rond.
De tweede mogelijkheid is misschien nog spannender: het zwarte gat is weggeslingerd uit het centrum van het sterrenstelsel door een soort kosmisch duwspel tussen drie zwarte gaten. Bij zo’n driehoeksinteractie wordt vaak de lichtste van het stel letterlijk het heelal in gekatapulteerd. Dit proces is wel eerder beschreven in theorieën, maar nog niet eerder waargenomen met deze precisie.
Wat ook meespeelt: het centrale zwarte gat is actief en spuugt energie uit. Maar deze ‘zwervende’ tegenhanger is stil — tot hij een ster tegenkomt. Dan laat hij van zich horen door een uitbarsting zoals AT2024tvd. Volgens wetenschappers gebeurt dat eens per tienduizenden jaren.
Waarom dit meer is dan een toevalstreffer
Een ontdekking als deze gebeurt niet zomaar. Optische sky surveys speuren tegenwoordig dagelijks grote delen van de hemel af. Dat dit specifieke zwarte gat net op het juiste moment een ster opslokte én werd opgepikt door verschillende telescopen, is deels toeval — maar ook een gevolg van betere technologie.
Sterker nog, deze waarneming suggereert dat er nog veel meer van dit soort ‘onzichtbare’ zwarte gaten bestaan, die pas zichtbaar worden als ze een ongelukkige ster tegenkomen. Tot die tijd blijven ze stil, onopgemerkt, en zwervend. Dat maakt ze lastig te vinden, maar ook enorm interessant.
Voor toekomstige astronomen opent dit nieuwe jachtterrein. Als we vaker zulke offset TDE’s ontdekken, leren we hoe sterrenstelsels groeien, botsen en veranderen. En op de lange termijn: hoe zwarte gaten elkaar beïnvloeden, fuseren, of juist wegduwen.
🔭 Tip: Benieuwd naar andere extreme gebeurtenissen in het heelal? Meld je aan voor onze nieuwsbrief en blijf elke maand op de hoogte van het meest bijzondere ruimtenieuws, zichtbaar vanaf jouw balkon of tuin.








